Het Corona-virus heeft Nederland in zijn greep. Onze gezondheid gaat voor alles maar wat zijn de economische consequenties? De redactie van Glas in Beeld spreekt dagelijks met ondernemers in de glassector en scant de belangrijkste sites. Zo heeft Bouwend Nederland een handig overzicht gepubliceerd met voor zowel werkgevers als werknemers antwoord op actuele vragen over de bedrijfsmatige en financiële consequenties van het virus. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld hoe zit het met werktijdverkorting?
- Het ministerie SZW heeft het mogelijk gemaakt voor bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van het coronavirus om gebruik te maken van werktijdverkorting.
- Als er minstens 20 procent minder werk is als direct gevolg van het coronavirus kan bij SZW een vergunning voor werktijdverkorting worden aangevraagd.
- Na verkrijgen van de vergunning kunnen bedrijven WW-uitkeringen bij het UWV aanvragen. De vergunning wordt voor perioden van steeds zes weken toegekend en in totaal maximaal 24 weken.
Werktijdverkorting
Werktijdverkorting geeft een uitzondering op het algemene verbod voor de werkgever om eenzijdig de werktijd van de werknemer te verminderen en is geregeld in artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA). Werktijdverkorting houdt concreet in dat werknemers voor wie tijdelijk geen of minder werk is in dienst blijven van de werkgever, terwijl over de niet-gewerkte uren een WW-uitkering wordt betaald.
Bijzondere situatie van overmacht Als er minder werk is, kunnen werkgevers in bepaalde situaties van overmacht de werktijd van hun werknemers verkorten. Het gaat om buitengewone omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico behoren, zoals (in dit geval) een epidemie (bijvoorbeeld de uitbraak van het SARS-virus, het Ebola-virus en nu het coronavirus), waardoor werknemers tijdelijk niet of minder kunnen worden ingezet.
Verminderde bedrijvigheid
Een werkgever die is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt waarbij er in een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 weken minstens 20 procent minder werk is als direct gevolg van de bijzondere omstandigheid (in dit geval het coronavirus). De 20 procent werkvermindering wordt per rechtspersoon bekeken, dus niet per afdeling, divisie etc.
Geen ontheffing wordt verleend
- Over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag voor ontheffing is ontvangen.
- Voor zover het personeelsbestand van de onderneming niet op de voor de betrokken onderneming redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd.
- Als de vermindering van werkzaamheden samenhangt met een werkstaking in de betreffende of in een andere onderneming, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de werkstaking door het verlenen van de ontheffing wordt beïnvloed.
Periode werktijdverkorting
De periode van vermindering van bedrijvigheid dient tenminste 2 en maximaal 24 kalenderweken in beslag te nemen om voor werktijdverkorting in aanmerking te komen. Als de vermindering van bedrijvigheid naar verwachting langer duurt dan 24 weken, zal geen ontheffing worden verleend.
Welke werknemers?
Werktijdverkorting kan alleen aangevraagd worden voor werknemers voor wie de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft. Voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten kunt u geen werktijdverkorting aanvragen.
Werktijdverkorting aanvragen
Een ontheffing voor werktijdverkorting kan uitsluitend worden aangevraagd door gebruik te maken van een digitaal formulier. Verzoeken die u op een andere wijze indient, worden niet in behandeling genomen. Als bijlage moet een lijst met de medewerkers worden toegevoegd.
Vergunningsperiode en verlenging
- De vergunning wordt afgegeven voor een periode van maximaal zes weken.
- Is er na afloop van de vergunning nog geen verbetering? Dan kunt u verlenging van de vergunning aanvragen.
- De werktijdverkorting mag in totaal maximaal 24 weken duren.
Als bijlage bij de ontheffing ontvangt u een formulier voor het aanvragen van een verlenging. Dit formulier kunt u direct invullen en opsturen. Het verzoek tot verlenging dient uiterlijk voor het einde van de zes weken waarvoor u al vergunning hebt gekregen opgestuurd te zijn. Een verlengingsaanvraag kan ingediend worden via de link in de e-mail met de toewijzing van de eerste werktijdverkortingsaanvraag. Het voordeel van het gebruik van deze link is dat een aantal vragen dan al is ingevuld.
Loondoorbetaling tijdens de vergunningsperiode
Gedurende de vergunningsperiode is de werkgever vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht voor de uren die de werknemer in het kader van de werktijdverkorting niet werkt. Dat kan anders zijn als in de cao of arbeidsvoorwaardenregeling is afgesproken dat het loon geheel of gedeeltelijk toch wordt doorbetaald. Als werknemers aan de voorwaarden voor een WW-uitkering voldoen, wordt de WW-uitkering aan de werkgever overgemaakt.
WW-uitkering aanvragen
U meldt direct de ontvangst van de vergunning voor werktijdverkorting bij het UWV. Na afloop van de vergunning kunt u een WW-uitkering voor uw personeel aanvragen bij het UWV. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt het UWV de WW-uitkeringen aan u over. Uw werknemers blijven bij u in dienst. Voor zieke werknemers kunt u geen WW aanvragen. Voor hen geldt de normale loondoorbetalingsverplichting bij ziekte.