Glass for Europe is teleurgesteld over de herziene Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). ‘Een druppel in de oceaan’, noemt de handelsorganisatie het. Tijdens de laatste gespreksronde vóór de zomer konden de Raad, het Parlement en de Commissie het niet eens worden; uiteindelijk is echter een nieuwe Richtlijn opgesteld die weliswaar spreekt over een doelstelling van 32,5 procent lager Europees energieverbruik in 2030, maar dit percentage niet bindend. Glass for Europe (handelsorganisatie voor de Europese bouwglassector met AGC Glass Europe, Guardian, NSG-Group, Saint-Gobain Glass and Şişecam-Trakya Cam als deelnemers) is teleurgesteld over dit ‘zwakke resultaat’ en geeft in haar nieuwsbrief aan dat ‘energie-efficiëntie wordt behandeld als de zwakste schakel van het EU-pakket voor schone energie’.
De EED is in 2012 vastgesteld. De richtlijn vermeldt de Europese doelstelling voor energie-efficiency, 20 procent lager Europees energieverbruik in 2020, en bevat verplichtingen voor zowel lidstaten als bedrijven. De herziening van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen, afgekort als EPBD (Energy Performance of Buildings Directive) is in de laatste maanden succesvol afgerond. Op 13 juni is zelfs een Richtlijn Hernieuwbare Energie vastgesteld ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (Renewable Energy Directive), maar over een bindende EED kon het Europees parlement het niet eens worden. Glass for Europe hierover: ‘Deze uitkomst is voor ons een grote teleurstelling. Uit ervaring weet de vlakglassector dat regelgeving een doorslaggevende rol kan spelen bij het begeleiden van markten naar de meest efficiënte oplossingen. Dit falen om overeenstemming te bereiken over een toekomstbestendig raamwerk betekent een terugslag voor renovatie van gebouwen en geavanceerde beglazingsproducten.’
Glass for Europe geeft aan hard te blijven werken om een ambitieuze en robuuste EED veilig te stellen. De organisatie streeft naar een verhoging van de doelstelling voor lager Europees energieverbruik van 20 naar 35 procent, zoals ondersteund door het Europees Parlement. In haar nieuwsbrief: ‘Nu er voor hernieuwbare energiebronnen een streefcijfer van 32 procent is afgesproken, wordt deze oproep nog relevanter: hoe hoger het doel van energie-efficiëntie, hoe meer hernieuwbare elektriciteit kan worden gebruikt. De Europese Commissie zegt “Energie-efficiëntie eerst” maar het voelt vandaag meer als “energie-efficiëntie laatste”.’