Twee jaar na oplevering van een kantoorpand ontstaat er een glasbreuk in een isolatieglasruit. De gebouweigenaar doet beroep op de garantievoorwaarden en eist dat de ruit hersteld wordt. De gevelleverancier wijst de claim op voorhand af op basis van de standaard garantiebepalingen waarin breuk wordt uitgesloten. Er wordt een onderzoek naar de breukoorzaak ingesteld. Het isolatieglas betreft zonwerend isolatieglas met de opbouw 8(15Argon)66.2. De zonwerende coating zit op positie 2 (spouwzijde buitenruit). Het isolatieglas is geplaatst in een vliesgevelsysteem met een drukvereffend beglazingssysteem met klemlijsten en droogbeglazingsprofielen.
De glasbreuk bevindt zich in het zonwerend gecoate floatglas buitenblad en bestaat uit één breuklijn die loodrecht vanaf de zijkant van de ruit circa 10 centimeter naar het midden toe loopt en dan met een bocht doorloopt naar de bovenzijde van het glas. De breukoorsprong bevindt zich aan de rand van het glas die afgedekt wordt door een klemlijst met sierlijst. De breuklijn heeft de kenmerken van een thermische breuk, echter zonder de rand te beoordelen kan dit nooit met zekerheid worden vastgesteld. Na het verwijderen van de klemlijst is zichtbaar dat de breukoorsprong vanuit een randbeschadiging is ontstaan. Achter het rubber van de klemlijst en in de sponning van het beglazingssysteem zijn geen glasfragmenten van de randbeschadiging te vinden. De randbeschadiging lijkt daarmee al aanwezig te zijn geweest alvorens de klemlijst werd aangebracht.
Na het uitnemen van de ruit is duidelijk zichtbaar dat de breukoorsprong op de kopse kant van het glas een breuklijn heeft die volledig haaks is ten opzichte van de snijrand van het glas. De glasbreuk begint in het hart van de randbeschadiging. Een breuklijn loodrecht op de snijrand van het glas duidt op te hoge thermische spanningen in het glas, zoals bij een thermische breuk het geval is. Echter de rand van het glas was dus al verzwakt door de randbeschadiging en had niet meer zijn oorspronkelijke sterkte om voldoende weerstand te kunnen bieden tegen de optredende thermisch spanningen van het zonwerend glas, met glasbreuk als gevolg.
Met andere woorden: de breuk is ontstaan door een verzwakte rand van het glas door een randbeschadiging die vóór het aanbrengen van de klemlijsten is ontstaan. Gezien de grootte van de randbeschadiging, die ook buiten de toleranties van de productnorm vallen, had deze ruit nooit geplaatst mogen worden. Ondanks dat breuk wordt uitgesloten in de afgegeven standaard garantiebepalingen, is in dit geval de breukoorzaak te herleiden naar een vooraf verzwakte ruitrand door een beschadiging die al aanwezig was voordat de ruit geplaatst werd. De ruit dient alsnog door de gevelbouwer onder garantie vervangen te worden.
Over de auteur Roman Abrahams is adviseur bij Peutz Geveltechniek en komt tijdens inspecties veel goede, foute en goed foute glasoplossingen tegen. In de rubriek ‘Goed Fout’ deelt hij zijn ervaringen van bijzondere of veel voorkomende glasproblemen uit de praktijk.